Rouwen is een werkwoord, er is werk te doen. Je hebt het verlies te erkennen en te aanvaarden, accepteren dat de wereld is veranderd. Met het gemis en de herinneringen, ga jij weer verder. Alles moet weer settelen in een veranderd leven. Dat doe je door zowel met je verlies bezig te zijn als door juist niet met het verlies bezig te zijn en je te richten op het leven van vandaag. En misschien de nabije toekomst. Het is zowel doorléven als dóórleven. Rouwen en bouwen. Juist de afwisseling tussen maakt dat je vooruit komt in je rouwproces.
"Wat vorm krijgt en daardoor van binnen naar buiten komt, werkt bevrijdend. Wat benoemd en verbeeld mag worden, krijgt bestaansrecht." (Claire Vanden Abbeele)
Een rouwproces is nooit echt helemaal klaar. Maar het gaat wel meer naar de achtergrond. Zo nu en dan klopt rouw weer op je deur. Soms onverwacht, soms verwacht omdat het een speciale dag voor je is.
Je kunt het vergelijken met een wond. Na een tijd komt er een litteken. Dit litteken blijft altijd bij je. Je kan het zien, maar je kunt er mee leven. Net als bij rouwen gaan de scherpe kantjes er na een tijdje af, maar over gaan, nee. Soms, bijvoorbeeld op speciale dagen, vraagt het litteken weer aandacht. Als je dan even tijd neemt om het goed te verzorgen, kun jij weer verder. Je groeit als het ware om je verlies heen, net zoals de jaarringen van een boom.