Lichter leven na rouw

Rouwen is een werkwoord, er is werk te doen. Je hebt het verlies te erkennen en te aanvaarden, accepteren dat de wereld is veranderd. Met het gemis en de herinneringen, ga jij weer verder. Alles moet weer settelen in een veranderd leven. Dat doe je door zowel met je verlies bezig te zijn als door juist niet met het verlies bezig te zijn en je te richten op het leven van vandaag. En misschien de nabije toekomst. Het is zowel doorléven als dóórleven. Rouwen en bouwen. Juist de afwisseling tussen maakt dat je vooruit komt in je rouwproces.

"Wat vorm krijgt en daardoor van binnen naar buiten komt, werkt bevrijdend. Wat benoemd en verbeeld mag worden, krijgt bestaansrecht." (Claire Vanden Abbeele)

Een rouwproces is nooit echt helemaal klaar. Maar het gaat wel meer naar de achtergrond. Zo nu en dan klopt rouw weer op je deur. Soms onverwacht, soms verwacht omdat het een speciale dag voor je is.

Je kunt het vergelijken met een wond. Na een tijd komt er een litteken. Dit litteken blijft altijd bij je. Je kan het zien, maar je kunt er mee leven. Net als bij rouwen gaan de scherpe kantjes er na een tijdje af, maar over gaan, nee. Soms, bijvoorbeeld op speciale dagen, vraagt het litteken weer aandacht. Als je dan even tijd neemt om het goed te verzorgen, kun jij weer verder. Je groeit als het ware om je verlies heen, net zoals de jaarringen van een boom. 




Waaraan merk je dat het beter gaat?

 
  • Verdriet en andere rouwreacties zijn niet meer allesoverheersend, waarbij je ermee opstaat en naar bed gaat.
     
  • Je kunt weer genieten van (kleine) dingen. Zoals de zon op je gezicht, een wandeling of een etentje buitenshuis.
     
  • Je lijkt niet meer in een andere wereld te leven, hoewel je over bepaalde zaken wellicht anders bent gaan denken.
     
  • Je blik wordt breder, je hebt weer interesse voor andere mensen of zaken. Je ervaart steeds vaker momenten waarop je niet met je verlies bezig bent.
     
  • Je merkt dat je diverse kleinere (en wellicht) grotere tegenslagen en problemen weer aankunt.
     
  • Je merkt dat je weer (een beetje) vooruit kunt kijken. 
 
Je laat het verlies dus niet los, je gaat het anders vasthouden. Het nieuwe zit niet in het terugkrijgen van het verlorene maar in jouw terugkeer. Zodat je het verlies kunt ‘verweven’ in je leven. Het wordt deel van jouw verhaal. Je geeft je verlies betekenis, om daarna weer fijner in je (werk)leven te staan.